Kosovo

Toen de oorlog in Kosovo uitbrak en de vluchtelingenstroom naar Albanië op gang kwam hadden we elke week een konvooi naar Tirana.De rederij hield elke zaterdag tien plaatsen voor ons vrij op de ferry.Ik deed één konvooi vanuit Nederland, ging dan retour laden in Italië en reed naar Duitsland waar het volgende konvooi me tegemoet kwam.Daar koppelde ik om en ging weer een keer naar Tirana.

Door de hoeveelheid werk dat zo op ons afkwam en we zelf niet allemaal konden doen ging Jaap een samenwerkingsverband aan met HTG transport van Gerard van de Berg in Heerenveen.Dit resulteerde in een fusie eind 1999 en in Januari 2000 betrokken we een nieuw pand met loods en kantoren in Steenwijk.

When the war broke out in Kosovo and thousands of people fled to Albania, the need for aid started to increase so we had a convoy to Tirana every week. The shipping company reserved ten places for us every Saturday on the ferry. I drove one convoy from Holland to Albania, went to Italy for a return load, and drove to Germany where the next convoy was already on there way. We changed trailers and I drove back to Albania again.

Jaap Vinke started to cooperate with HTG transport from Gerard van de Berg at Heereveen. Due to the fact that a lot of extra work was coming in that we couldn’t handle ourselves. The two companies joined at the end of 1999 and in January of 2000 the company moved to a new office in Steenwijk with a large hangar to store the cargo.

Toen in Juli 1999 de oorlog in Kosovo afliep breidde de Stichting Hoop voor Albanië haar activiteiten uit naar Pec in Kosovo.Wij brachten daar prefab- huisjes uit België voor de mensen die huis en haard verloren hadden. Daar Servië ons niet toeliet moesten we via Italië, Griekenland en Macedonië rijden. Ruim 7600 km uit en thuis.

Die eerste rit naar Kosovo staat nog altijd in mijn geheugen gegrift. De Serven trokken aan de ene kant het land uit en wij kwamen aan de andere kant binnen.Alles rookte nog en er werden nog elke nacht huizen in brand gestoken van pro-servische mensen.De verkeersborden waren weg en enkele bruggen waren opgeblazen dus we moesten zelf maar onze weg zoeken. Overal langs de weg zag je verse graven en nog maar twintig procent van de bevolking was terug.Je kwam ze tegen op hun traktoren met hun schamele bezittingen en wij werden als helden binnen gehaald. Overal lagen nog mijnen dus je moest heel goed opletten waar je liep. Op deze manier hebben we 300 huisjes gebracht plus heel veel andere zaken want aan alles was gebrek. In totaal heb ik negen konvooien mogen begeleiden.

When the war in Kosovo ended in July 1999, the Foundation Hope for Albania expanded their activities to Pec, in Kosovo. We brought prefab-houses from Belgium to the people who had lost everything. Serbia wouldn’t give us permission to drive through their country to Kosovo, so we had to take the road through Italy, Greece and Macedonia. More than 7600 km to get there and back home again.

That first trip to Kosovo is marked in my memory. The Serbians left the country on one site and we came in on the other site. There was still smoke everywhere from the fires and every night, more houses from pro-Serbian people were set on fire. There were no road signs, some of the bridges were blown up so we had to find our own way. Along the road we saw fresh graves, only twenty percent of the inhabitants had returned to there country. We met them on the road, all that they had piled on a tractor, cheering at us as if we were the heroes. There were still mines everywhere so you needed to be careful about where you walked. We brought 300 prefab-houses this way, and a lot of other things, because there was lack of everything. I went on nine convoys to Kosovo in total.